techniek in de onderbouw (vo)
Leergebied Mens & Natuur, Montessori College Groesbeek
Opdracht GSM
Doelgroep VMBO Theoretische leerweg, Havo, VWO en Gymnasium
Bedenk een onderzoeksvraag over de mobiele telefoon.
De onderzoeksmethode die we gebruiken heet Science Fair Project.
Deze onderzoeksmethode wordt op Amerikaanse scholen vanaf de basisschool tot in het hoger onderwijs gebruikt en heeft altijd een vaste opbouw.
Aan het eind van de onderzoeken worden alle resultaten gepresenteerd tijdens de Science Fair: de wetenschapskermis!
Stap 1: bedenk een onderwerp
Dit is je vraag. Mogelijkheden bij het onderwerp mobiele telefoon:
* Kunnen we de straling van een gsm waarnemen?
* Is gsm straling gevaarlijk voor de gezondheid?
* Beïnvloed bellen op de fiets je reactiesnelheid?
* Is een mobiele telefoon modegevoelig?
* Bellen jongens meer dan meisjes?
* Wat is duurder: bellen met abonnement of met prepaid?
* Hoe onbeperkt is de bereikbaarheid van een mobiele telefoon?
* Enzovoort..........
Stap 2: onderzoeken
Zoek in boeken, het internet enzovoort naar informatie bij je vraag. Ga naar mensen die je er meer over kunnen vertellen of schrijf ze een brief met vragen.
Verzamel voldoende informatie bij je vraag zodat je een hypothese (een stelling) kunt bedenken.
Stap 3: bedenk een stelling (hypothese)
Je bent begonnen met een vraag, bijvoorbeeld: slapen katten meer dan honden? Na onderzoek kun je een hypothese bedenken: katten slapen meer dan honden.
De stelling kan juist of fout zijn, dus die gaan we testen!
Stap 4: test je stelling
Een veelgebruikte methode om je stelling te testen is een experiment. Maar het kan ook een enquete zijn die je aan verschillende groepen geeft en laat invullen.
Denk er aan, je wilt dat andere onderzoekers jouw experiment na kunnen doen om dezelfde resultaten te krijgen.Schrijf daarom alles op wat je doet en wat je gebruikt, wie doet wat ,waar en waarom. Documenteer alles in een logboek of werkverslag!
Wat moet er in:
- Je doel (waarom voer je het experiment uit?)
- Je procedure. Beschrijf iedere stap die je maakt. Je schrijft een "handleiding" voor je experiment.
- Je materialen. Als je iets moet aanschaffen schrijf je op waar je het gekocht hebt en wat het kostte. Meestal gebruik je materialen die thuis wel voor handen zijn, maar schrijf ze allemaal op.
- Variabelen. Dit zijn de dingen die niet altijd hetzelfde zijn, die veranderen.
- Controls: Dit zijn dingen die altijd hetzelfde zijn.
- Data: Wat gebeurde er, wat heb je ontdekt?
Probeer je onderzoek zo duidelijk mogelijk te maken. Hou rekening met je omgeving, is het koud, nat, lawaaierig? Maar ook bij het bedenken van vragen moet je weten dat de formulering van een vraag (hoe vraag je iets) het antwoord kan bepalen en beïnvloeden!
Stap 5: beschrijf je resultaten
Resultaten zijn de zaken die je ontdekt hebt met je onderzoek, meestal in de vorm van gegevens en foto's. Bij onderzoeken zijn dat vaak cijfers die verwerkt kunnen worden in een grafiek. Een goede grafiek laat de meeste personen duidelijk zien wat je bedoelt.
Een goede onderzoeker double-checks zijn resultaten. Dit is vooral belangrijk als je een stelling hebt waarmee de meeste mensen het niet eens zijn. Misschien moet je het experiment meerdere keren uitvoeren. Hou dit goed bij in je logboek of werkverslag. Zijn de resultaten hetzelfde? Zo niet, wat gebeurde er, wat was anders dan de keer ervoor?
Als je zeker bent van je resultaten, dat kun je een conclusie trekken.
Stap 6: Rapporteer en presenteer je conclusie
Tijdens een experiment of onderzoek kun je vaststellen of je stelling (hypothese) juist of fout was. Maar meestal leer je meer dan je van te voren bedacht had. Hoe kun je hetgeen je geleerd hebt gebruiken in het dagelijks leven?
Als je een conclusie hebt getrokken, kun je een onderzoeksverslag schrijven. Je verslag vertelt je project in duidelijke, voor iedereen te begrijpen taal. Het is een samenvatting van alles wat je in het onderzoek hebt gedaan.
Wat wilde je onderzoeken? Wat heb je gedaan om antwoorden te krijgen? Wat gebeurde er tijdens je onderzoek allemaal? Waar had je de materialen vandaan? Heb je kosten gemaakt? Hoe lang heb je over het hele onderzoek gedaan (tijd)? Dit zijn dingen die in je verslag staan.
Voor de Science Fair, vanzelfsprekend, maak je bij het verslag een display, dat is een presentatie op een groot papier of karton met tekst, grafieken, foto's afbeeldingen enz.
Los van het resultaat van je onderzoek: je presentatie bepaalt een belangrijk deel van het eindcijfer!
Indeling van de presentatie:
Op het linker vel: je vraag, je stelling, je onderzoeksmethode.
In het midden: de titel van je project, de gevonden gegevens, grafieken, afbeeldingen en dergelijke.
Rechts: de resultaten, je conclusie, als je het onderzoek nog eens zou doen (next time) wat zou je anders doen?
Op de tafel kun je nog spullen leggen die je tijdens je onderzoek hebt gebruikt. Ook je verslag en je logboek liggen er ter inzage!
Belangrijk
Kopieer niet!!!! Het is in orde om informatie van anderen te gebruiken bij je onderzoek, maar gebruik niet zomaar het onderzoek van iemand anders. Begin bij het begin en doe alles zelf. Het kopieren van het werk van iemand anders heet plagiaat, het is niet toegestaan!
Laat anderen niet je onderzoek doen. Het is jouw project en dat moet het ook blijven. Helpen en ondersteunen mag natuurlijk wel.
Vernoem je bronnen. Tijdens je project hou je bij waar en van wie je informatie hebt gekregen, van personen, boeken, websites. Maak een lijst met namen, titels en website-adressen zodat je bronnen goed terug te vinden zijn in je verslag. http://www.google.nl/ is dus geen bron, het is een zoekmachine!